Gevoelens (fragment)
(Duits: Empfindungen; Engels: Feelings)
gedicht: Karl Marx
vertaling: Ruben Landman
Nimmer kan ik kalm bedrijven,
Wat mijn ziel zo sterk belust,
Nimmer meer behaaglijk blijven,
En ik raas door, zonder rust.
And’ren zijn maar opgetogen,
In een goede, kalme tred,
Hun voldoening steeds verhogen,
Zeggen slechts hun dankgebed.
Om mij heen een eeuwig dringen,
Eeuwig ruisen, vol van gloed,
Laat mij niet in ’t leven dwingen,
Stroom niet mee met elke vloed.
Hemel wil ik binnenlaten,
Wereld in mij op gaan slaan,
En in liefde en met haten
Bevend, sprank’lend verdergaan.
Alles moet mij gaan omgeven,
Tot de mooiste godengunst,
Wil naar diepe kennis streven,
Dan begrijp ik zang en kunst;
Werelden wil ik verwonden,
Zelf nooit iets tot stand gebracht,
Daar ze mij niet horen konden,
Stom, omringd door toverkracht.
Want de muren en de zalen,
Alle gaan er spoedig aan,
Net zijn ze tot niets vermalen,
Of een nieuw rijk dient zich aan.
En zo schuift het door de jaren,
Van het niets tot aan het al,
Van de wiegen tot de baren,
Steeds weer rijzen, steeds een val.
Laat ons daarom alles wagen,
Zonder stoppen, zonder rust;
Maar niet stemloos, zonder vragen,
En met niets doen, uitgeblust.
Dus het hoofd niet laten hangen,
Onder nederig juk vol angst,
Slechts het uitzien, het verlangen,
En het doen blijven het langst.