Waar geen walvis ooit meer zingt
(Where The Whales Have Ceased To Sing)
tekst: Björn Ulvæus
vertaling: Ruben Landman
Kijk, een oude man gooit
broodkruim naar de spreeuwen
Rustig op een bankje bij
de kinderspeelplaats
En hij knikt en hij glim-
lacht om zorgeloze kleuters
Ik bekijk de oude man
en ook de kleuters
Maar opeens voel ik een
ril – ik voel me eenzaam
Het is laat op de dag
en de lucht wordt al wat frisser
Het wordt tijd om te gaan
want de nacht zal spoedig vallen
Weer zo’n slapeloze nacht
Dat ik op de ochtend wacht
Als zovele al hiervoor
Tot ik toch zijn sleutel hoor
Ben verbaasd om zijn gepraat
licht als vogels in de lucht
Maar de boodschap die hij brengt
Is een vleugel die weerklinkt
Als de oceaan verrimpelt
Waar geen walvis ooit meer zingt
Van de glijbaan komt
mijn zusters jongste dochter
Giechels stromen door de lucht
als helder water
En haar hand is zo warm,
vol vertrouwen, maar ook smerig
Tegenwoordig wil ik
dat ik ze zie lachen
Er knapt iets in me als
één van hen moet huilen
Ik kijk om als we gaan:
er zit niemand op het bankje
Maar de spreeuwen gaan door
Want ze blijven altijd zoeken
Weer zo’n slapeloze nacht…