Skip to main content

5.7 Woordbetekenis (semantische equivalentie)

In een eerder onderzoek naar de vertaling van musicals door Van Hoek & Van den Berg (1992), in dit geval een vergelijking van My Fair Lady van Lerner & Loewe met de vertaling van Seth Gaaikema, is zware nadruk komen te liggen op semantische equivalentie. Aan de hand van ‘componentiële analyse’ werden de betekeniseigenschappen van de brontekstwoorden vergeleken met die van de woorden in de DT. Met behulp van een woordenboek werd bekeken in hoeverre er betekenisoverlap is tussen origineel en vertaling. Het werd duidelijk, dat de twee in het lied I’m An Ordinary Man op bepaalde plaatsen danig verschilden. Waar echter niet op gewezen werd, is dat een musical (a) uit meer dan één liedje bestaat en (b) verschillende vertaalproblemen bevatten, die niet in de laatste plaats voortkomen uit het feit dat een lied (c) gebonden is aan een bepaald aantal noten. Het is dus wel aardig om te kijken in hoeverre de oorspronkelijke betekenis bewaard is gebleven, maar dit moet in het juiste perspectief worden bezien. Wil men toch op deze wijze een musicalvertaling beoordelen, dan zou het rechtvaardiger zijn een iets grotere steekproef te nemen uit de voorhanden zijnde liedjes en niet, zoals in bovenstaand onderzoek, slechts één lied.

Het is de taak van de vertaler om de boodschap zo goed mogelijk over te brengen. Hierbij zal de ene keer de nadruk liggen op de exacte woordbetekenis van het origineel, de andere keer op het ‘gevoel’ of de sfeer die een tekst moet overbrengen. Dit kan per regel verschillen.

Een aardig voorbeeld in Sweeney is het nummer No Place Like London (TBT pag. 21). De inhoud komt op het volgende neer: de Engelse metropool wordt vergeleken met een zwart gat waar ongedierte huist. Moraal kent men er niet. Het wordt aanschouwd door een paar gelukkigen die ertoe bijdragen dat al wat mooi is, troep wordt.
Mijns inziens hebben beide vertalers een bruikbare vertaling geleverd, waarbij Van der Eerden (zoals regelmatig) zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst is gebleven. Van Dijk beperkt zich tot de sleutelwoorden, maar weet toch een juist beeld te scheppen van een smerige stad, zonder moraal.‘
Blijft dus nog steeds de vraag: is het erg dat niet overal letterlijk wordt vertaald? Mijns inziens niet. Hierbij moet wel aangetekend worden, dat zolang mogelijk de sleutelwoorden uit het origineel gehandhaafd moeten worden. Aan de hand van het begrip ‘sleutelwoord’ – één van de stappen die Van Hoek & Van den Berg (1992) gebruikten om een vertaling te beoordelen – is het mogelijk om te bekijken of de hoofdlijn bewaard is gebleven in de vertaling.

Sleutelwoorden (of -elementen) in het lied over Londen zijn:
(1) hole in the world, (2) great black pit, (3) vermin, (4) morals, (5) London, (6) privileged few, (7) making mock, (8) turning beauty into filth and greed.

Bij Van der Eerden (DT1) vinden we ze allemaal terug:
(1) een plek, (2) open wond, (3) tuig, (4) goede zeden, (5) Londen, (6)
happy few, (7) trappen […] in arremoe, (8) wat puur is wordt rot.

En bij Van Dijk (DT2) zijn de sleutelwoorden grotendeels aanwezig:
(1) op de wereld, (2) een beerput, (3) de smerigste schepselen, (4) moraal, (5) Londen, (6) één of twee, (7/8) ze schijten naar beneê (?)

Een geval waar iedere vorm van equivalentie schipbreuk lijdt, is het lied A Little Priest aan het eind van de eerste akte. Todd en Mrs. Lovett vergelijken diverse denkbeeldige pasteien met daarin het vlees van diverse mensen verwerkt. Een beroep heeft invloed op de smaak. Daarbij is de vertaler uiteraard weer gebonden aan een aantal noten, lettergrepen en het rijmschema. Het is onvermijdelijk dat er hier van de oorspronkelijke woorden wordt afgeweken. Van der Eerden grijpt in zo’n geval naar het hoofdstuk ‘ambten en beroepen’ in een puzzelwoordenboek en gaat een aantal beroepen en smaken uitproberen totdat ze gevonden heeft wat de karakters goed zouden kunnen zeggen. Het publiek van DT1 vond het – naar eigen zeggen – een erg katholieke vertaling, maar in de brontekst staan ook veel kerkambten. Belangrijk was ook, volgens Van Dijk, dat het lied vol grapjes zit die met die beroepen en smaken samenhangen.