Skip to main content

5.9 Klank

Beide vertalers hebben toneelervaring. Van Dijk vindt, dat een vertaler moet letten op de eindklanken van een zin. Op een hoge slotklank moet je iemand niet ‘herfst’ of ‘terug’ laten zingen, maar b.v. ‘naam’. Ook bijna-alliteratie is uit den boze. Zelf noemt hij het Prins Clausplein (nabij Den Haag), wat heel makkelijk iets wordt als ‘Prins Plausplein’ of ‘Prins Prausplein’.

Van Dijk telt bij snel gezongen tekst de opeenvolgende medeklinkers. Het mogen er niet meer dan twee zijn, dus: baard + om in plaats van baard + krijgt. Van Dijk zingt zijn vertalingen. Als hij zich een uur later de vertaling niet of niet goed herinnert, is die vertaling niet goed. De vertaling die blijft hangen is het beste.

Van der Eerden wijst de suggestie dat het Nederlands minder ‘zingbaar’ is dan het Engels van de hand, maar als het publiek moet nadenken over wat er gezegd wordt (zonder dat dat vooraf de bedoeling was) dan is het geen goede vertaling. Ook Van der Eerden is haar eigen proefpersoon: kan ze een tekst niet goed zingen dan is het geen goede tekst. Ze vind trouwens niet dat er een maximumaantal medeklinkers is vast te stellen.

In Green Finch And Linnet Bird wordt het woord blackbird iets uitgetrokken. Volgens Van der Eerden klinkt kwikstaart (DT2) niet goed, omdat het niet lekker ‘trekt’. Het woord lijster (DT1) klinkt dan volgens haar beter. Ze zegt dit lied voornamelijk op klank te hebben vertaald.

Beide vertalers zijn het erover eens dat een snel gezongen tekst met lange zinnen meer ruimte biedt: er zijn eenvoudig meer lettergrepen waar meer informatie ingestopt kan worden. De introductie van Pirelli door Tobias (TBT pag. 32) is heel eenvoudig te vertalen, volgens Van Dijk, maar de wedstrijd tussen Pirelli en Todd die daar direct op volgt veel meer tijd vergt om er een goede vertaling van te maken.

In Anyone Can Whistle (de titelsong van de musical uit 1964) komt het volgende fragment voor: What’s hard is simple, what’s natural comes hard. Van Dijk: “Dat is zó kort, doe het maar eens … Ga er maar aanstaan.”
In het slotgedeelte (Final Sequence, TBT pag. 103), maar ook op andere plaatsen in Sweeney zingen meerdere mensen verschillende teksten door elkaar. Van der Eerden: “Als het origineel niet verstaanbaar was, heb je dat probleem ook in de vertaling. Chaos moet dus chaos blijven.”