Skip to main content

Auteur: Ruben Landman

Vlucht

Ik vlieg voorbij
Aan een luchtballon
En zie je daar
Diep beneden staan.

Ik ben zo licht
En kwetsbaar, ook.
Ik hou dit niet lang meer vol.

Wat zul je doen
Als ik over-drijf?

Sonnet

Ik man,
Jij daar:
Elkaar
En dan …

Groots plan:
Een paar,
Dit jaar,
Dat kan …

Voor mij
En jou
Voorbij.

Te gauw
Werd jij
Zijn vrouw.

Oude foto’s

Oude foto’s.
Toen we ze maakten, wisten we al
Dat het herinneringen zouden worden.

Van veel herinneringen bestaan geen foto’s.
Toch zijn ze nog heel gedetailleerd,
Bijna tastbaar.

Ik heb geen foto’s van sommigen
Die ik nog steeds voor me zie.
Ik kan ze laten bewegen en laten spreken
En zo de geschiedenis verdraaien.

We zijn zo machtig in onze gedachten
En onthouden fotoalbums vol
Oude foto’s die nooit genomen zijn.

Na het feest

(De laatste gasten zijn net weg)

De laatste gasten zijn net weg
Hebben de laatste woorden meegenomen
Ze zijn vertrokken om vier uur
Even vrolijk als ze waren gekomen
En terwijl de rooklucht
Uiteengeslagen wordt door de stilte –
Kraait er een verre haan.

Ze gingen weg na uren gezellig praten
Hebben mij nu alleengelaten
Met de stille getuigen van een feest:
Omgevallen glazen, kruimels op de grond,
En vet waar net die kaars nog stond.

Terwijl ik heen-en-weer-slof naar de keuken
Met vuile afwas in m’n handen
Denk ik aan momenten eerder vannacht…
Maar nu ik de laatste lamp uitdoe
voel ik me opeens ontzettend moe
m’n mooiste gedachten stranden
en ik loop dommelend naar boven toe.

Meer

Een meer.
Niets meer,
Niets minder.

Het water is donker
En rimpelloos

Het is stil.
De bomen aan de overkant
Ruisen niet,
Hoewel de takken bewegen.
De overvliegende vogels
Maken geen geluid.

Meer is er niet,
Behalve dan
Het meer.

Lichtpuntjes

Een trein met forensen
Rijdt langs donkere wijken
Met slapende mensen.
De verlaten straten lijken
Slingers van lichtjes.

Het wordt een drukke dag,
Geen tijd voor gedichtjes,
Terwijl ik net iets zag
Dat ik graag wilde vangen
In woorden en zinnen.

Ik kan zo naar de nacht verlangen,
Maar de dag moet nog beginnen.

Gemengde gevoelens

Ik heb je de waarheid gezegd;
Dat wilde je toch zo graag?
En het klinkt misschien wat scherp
Als ik het je zomaar voor de voeten werp,

Maar ik hou zo van je, echt,
En dan niet alleen gister’ en vandaag,
Anders had ik niet eens de moeite genomen
Om in gedachten naar je toe te komen.

Want hoe ik het mezelf ook vraag,
Of steeds weer met de waarheid vecht,
Jij bent het antwoord in mijn dromen.

Boetekleed

Ik zal niet snel meer
iemand
op het uiterlijk beoordelen,
terwijl het immers
om de binnenkant gaat.

Ik heb me lelijk vergist,
en daardoor bijna iets moois gemist.